(Voor)zaaien in 6 stappen
Lente: tijd om kruiden, groente en zomerbloeiers te zaaien. Daar kan je al vanaf februari mee beginnen: voorzaaien noemen we dat. Je doet dat binnen, op een lichte, warme vensterbank, want voor tere plantjes is het buiten vaak nog te koud en te nat. Later in het voorjaar, als er geen kans op (nacht)vorst meer is, heb je sterke planten en kunnen ze veilig naar buiten.
Vanaf april, en in de zomer, kun je gewoon meteen buiten zaaien. Hiervoor volg je dezelfde stappen als hieronder beschreven. Gebruik kweekpotjes met een gat onderin voor goede afwatering en zet ze buiten op een beschut plekje. Sommige zaden zaai je het beste meteen op de plek van bestemming, dit staat aangegeven op het zakje.
Zelf zaaien is leuk en niet moeilijk. Met wat liefde en aandacht krijg je al uit één zakje zaad massa's planten. En heb je er straks er toch teveel? Maak er andere groenliefhebbers blij mee!
Stap 1: leg alles klaar
- Zaadjes Let op: volg altijd de instructie op het zakje.
- Potgrond of speciale zaaigrond. Zaaigrond is voedselarm en heel luchtig, fijn voor jonge plantjes.
- Kleine potjes bv. van terracotta of - zelfgemaakt - van krantenpapier. Kijk hier hoe je deze maakt.
- Steeketiketten + potlood
- Waterdichte lage bak
- Plantenspuit
Stap 2: de voorbereiding
- Giet 1 - 2 cm water in de bak.
- Vul je potjes met aarde en druk deze licht aan.
- Zet de potjes in de bak, de aarde zuigt zich nu vol met water.
- Schrijf de datum en plantennamen op de steeketiketten.
- Sommige zaden, bv. Oost-Indische kers en (sier)erwten, hebben een dik 'huidje' waardoor ze traag kiemen. Zo help je ze een handje: giet wat water op een schoteltje, leg er keukenpapier op en daarop de zaden. Laat ze zo een nachtje 'weken' voordat je ze zaait.
- Zit er geen gat onderin je potje? Geef dan water bovenop de aarde, die moet vochtig zijn maar niet kletsnat.
Stap 3: we gaan zaaien!
- Strooi in elk potje een paar zaadjes – niet teveel dus. Bedek ze met een dun laagje aarde.
- Zet de etiketjes in de potjes. Zo weet je straks wie wie is.
- Maak de aarde nog wat vochtig met je plantenspuit.
- Zet de bak met kweekpotjes op een warme, zo licht mogelijke plek, je vensterbank is ideaal.
- Grotere zaden, zoals Oost-Indische kers, pompoen of erwtjes, zaai je 1 per potje. Maak eerst een kuiltje van ca. 2 cm diep, stop het zaadje erin en dek af met aarde.
- Courgette en pompoen hebben platte zaden: steek die rechtop in de grond.
Stap 4: mooi moment, de eerste blaadjes!
Na verloop van tijd zie je het eerste groen: 2 kiemblaadjes, meestal heel eenvoudig van vorm. Houd de potjes vochtig. Niet te nat, de zaailingen nemen nu nog weinig water op.
Na de kiemblaadjes komen de zogenaamde 'echte blaadjes', deze hebben de vorm van de gewone blaadjes van de plant. Wacht tot je plantjes 4 of meer paar echte blaadjes hebben. Dan zijn ze groot genoeg voor een groter potje: dit heet 'verspenen'.
Stap 5: tijd voor een groter potje - verspenen
- Vul een wat grotere pot met potgrond. Maak er een kuiltje in met je vinger, enkele cm diep.
- Pak voorzichtig een blaadje vast – niet de steel, die is heel teer. Til m.b.v. een theelepeltje met je andere hand de worteltjes met wat grond uit het potje. Laat je plantje in zijn nieuwe pot zakken en druk de aarde zachtjes aan.
- Zet de nieuwe potjes op een lichte plek en geef voorzichtig water.
- Heb je in potjes van krantenpapier gezaaid? Zet ze met potje en al in de grond, de worteltjes groeien vanzelf door het papier heen. Op den duur zal het papier oplossen in de aarde.
Stap 6: en nu naar buiten!
Zijn je plantjes flink gegroeid? Dan kunnen ze naar buiten. Laat ze wennen op een beschut plekje, uit de felle zon. Haal vorstgevoelige planten binnen als nachtvorst wordt voorspeld. Begin/half mei is het vorstgevaar voorbij. Zet je nieuwe planten nu op de plaats van bestemming, in grote potten of in de volle grond in de (moes)tuin.
Deze foto's zijn gemaakt in de prachtige tuinen van Groentemuseum 't Grom in Sint-Katelijne-Waver, België.